20e zondag door het jaar C - 2016

Zusters en broeders,

In de eerste lezing wordt Jeremia in een slijkput geworpen met als doel hem te doen stikken in het slijk, en in het evangelie zegt Jezus dat hij geen vrede, maar het vuur van verdeeldheid is komen brengen. Je zou voor minder slikken.

Want waarom willen de edelen Jeremia dood? Omdat hij het volk aanspoort om niet tegen de Babyloniërs te vechten. Die vallen Jeruzalem aan, en volgens Jeremia zullen ze iedereen die zich tegen hen verzet vermoorden en zal de hele stad vernietigd worden. Die woorden worden hem zeer kwalijk genomen door de militaire raadgevers van de koning, en daarom willen ze hem doden. Hij wordt alleen gered door de tussenkomst van de Ethiopiër Ebed-Malik. Die man verduidelijkt de symboliek van het verhaal, en die is dat je mensen in nood moet helpen, wie je ook bent, en wie die mensen ook zijn. Ebed-Malik is een vreemdeling, en toch redt hij Jeremia van de dood. En zo wordt die profeet een voorganger van Jezus. Ook zijn vijanden willen zijn dood, en ze lijken daar ook in te slagen. Maar het is slechts schijn, want de derde dag verrijst Jezus uit de dood.

En van Jezus zijn er vandaag de harde woorden dat Hij geen vrede, maar verdeeldheid is komen brengen. ‘Vuur’ noemt Hij het ook, en dat lijkt erop te wijzen dat Hij oproept tot geweld. Maar dat is natuurlijk niet zo. Hij heeft zich integendeel altijd verzet tegen elke vorm geweld, zelfs van oordeel en veroordeling. ‘Wat kijk je naar de splinter in het oog van een ander, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt’, zegt Hij. En tegen Petrus, die Hem de avond voor zijn lijden en dood wil verdedigen, zegt Hij: ‘Hou daarmee op. Steek dat zwaard weer weg.’ En wanneer Hij vernederd, gemarteld en gekruisigd wordt, ondergaat Hij dit geweld zonder protest en zonder verdediging.

Met het ‘vuur’ dat Hij is komen brengen, bedoelt Hij dus zeker niet dat Hij geweld nastreeft. Wat hij wel bedoelt, zegt Hij in de volgende zin: ‘Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel ik Mij tot het volbracht is,’ zegt Hij.  Dat doopsel is de Blijde Boodschap van  zijn Vader in de hemel, en dat is de boodschap van liefde, van vrede, van gerechtigheid. Dat is ook zijn enige wet, en die luidt: ‘Bemin God boven al en uw naaste gelijk uzelf.’ Hij weet dat dit verdeeldheid zal zaaien, want er zijn nu eenmaal mensen die niet van God en nog minder van hun naaste willen houden. Want van God houden, betekent dat je aanvaardt wat God verlangt, en dat is dat je liefde brengt, dat je zoekt naar vrede en gerechtigheid, en streeft naar barmhartigheid en vergeving. En van je naaste houden betekent dat je niet alleen voor jezelf, maar ook voor je medemensen leeft. Dat je niet oordeelt over hen, en hen zeker niet veroordeelt. Dat je aandacht en respect hebt voor hen, en dat je hen helpt waar dat nodig is.

We weten dat de werkelijkheid dikwijls heel anders is. We zien in de geschiedenis dat volkeren elkaar hebben uitgemoord omdat ze anders van kleur of anders van opvatting waren. We hebben vorige eeuw twee vreselijke wereldoorlogen gekend, waarbij miljoenen mensen omgekomen zijn, gewoon omdat hun heersers hun wil aan andere volkeren wilden opleggen. En vandaag zien we burgeroorlogen en uitbuitingen, en worden we geconfronteerd met de wreedheid en de onverdraagzaamheid van islamterroristen die zelfs niet willen horen van liefde, van vrede, van verdraagzaamheid.

En we zien ook dat de woorden van Jezus herkenbaar zijn in steden, gemeenten, straten, kerkgemeenschappen. En ook binnen gezinnen. Verdeeldheid tussen ouders, tussen ouders en kinderen, tussen kinderen onderling. Pijnlijke verdeeldheid, waarbij ouders en kinderen niets meer met elkaar te maken willen hebben. Gebroken gezinnen, gespleten gezinnen, vechtende gezinnen, omdat de een niet wil weten van vrede en eenheid met de ander, omdat de een meer wil erven dan de ander, en om nog zoveel meer andere pijnlijke redenen.

Zusters en broeders, laten we bidden dat wij bestand zijn tegen het vuur van de onvrede, en dat wij ons altijd laten leiden door de woorden en daden van liefde en vrede van Jezus. Want alleen dan zullen we echt kunnen genieten van zijn Blijde Boodschap. Amen.