Parabels over barmhartigheid (Lc. 15,2-32)

)

Elk van de drie lezingen van de 24° zondag C brengt de boodschap van een barmhartige God. Deze spijkert ons niet vast op onze zonde. Op de vierde zondag van de Veertigdagentijd hoorden we reeds de parabel over de Verloren Zoon. Met deze en andere parabels verdedigt Jezus zijn contact met zondaars. Het gaat over zijn zoektocht naar wie verloren is. Hij verplicht zijn toehoorden hun eigen gedrag te bevragen. Dit 15° hoofdstuk is een ode aan de vreugde. Tel eens hoe vaak het woordje vreugde er in voorkomt.

Zonde, spreek je daar nog over?

Gert heeft bedenkingen bij het wekelijks terugkerende schema van de schuldlitanie in het begin van de eucharistie. Hij vindt het vervelend telkens te moeten horen dat wij zondaar zijn. “Ik wil wel eens horen dat ik het goed gedaan heb’, zegt hij. Er is ongetwijfeld een tijd geweest waar zonde sterk in de verf werd gezet. Zo het mopje van de Druivelaar 13 september 2014: “Ja, mijnheer pastoor, zei de oudste inwoner van het dorp, we profiteren allemaal van uw preken. Eigenlijk mag men stellen dat niemand van ons echt wist wat zonde was vóór u in ons dorp kwam wonen.” Er zijn mensen die nog lijden door de sombere en strenge kijk, hen meegegeven doorheen het catechismus onderricht en de predicatie. De Franse historicus Delumeau heeft dit grondig geanalyseerd voor de periode van de vijftiende tot de achttiende eeuw (Jean Delumeau, La peur en Occident (XIVe-XVIIIe siècles).

Je kan zo scherp wijzen op het zondige dat de levensvreugde er door verdwijnt. Het begrip zonde is weliswaar niet het meest geliefde. Het wordt nog weinig vernoemd. Velen beweren dat alles geoorloofd is. Alles mag. Je moet enkele maar vermijden dat je gesnapt wordt. Anderen menen dat er maar van kwaad sprake is, wanneer je iemand schade toebrengt.

Zondebesef

De christen kan niet zomaar het woord zonde en de realiteit, die het uitdrukt, wegcijferen. Zo de zonde en het kwaad zijn afgeschaft, hoeven we geen aandacht te schenken aan de drie lezingen van deze zondag. De eerste lezing uit het boek Exodus bevat de pijnlijke episode van de Joodse stammen in de woestijn. Zij zijn tijdens de afwezigheid van Mozes afgeweken van de weg, voorgeschreven door Jahweh. ‘Ga naar beneden”, zo sprak de Heer tot Mozes op de berg “want het volk dat gij uit Egypte hebt geleid, is tot zonde vervallen” Jahwe vergeten en valse goden vereren, dit is zonde.

De apostel Paulus heeft in zijn leven een beslissende wending meegemaakt. Hij beseft maar al te goed, zo schrijft hij aan zijn vriend Timotheüs, welk kwaad hij heeft aangericht, vooral toen hij de christenen vervolgde. Hij formuleert dit in een krachtige zin die gans de blijde boodschap samenvat: “ Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden.” Dit belijden wij in elke eucharistie, vooral wanneer wij bij de communie beamen dat Jezus het Lam Gods is dat de zonden van de wereld wegneemt. Deze radicale zin betekent niet dat er geen kwaad meer zou zijn. De dagdagelijkse ervaring weerlegt dit onmiddellijk. Maar in Christus is de fatale slag aan het kwaad toegebracht.

De korte parabels van het evangelie van vandaag tonen aan dat in de wereld niet alles loopt zoals wij het zouden wensen of zoals het hoort. Niet elk kwaad is zonde, maar elke zonde is kwaad. Het kwaad, door mensen elkaar aangedaan, is elke dag in onze buurt. Elke dag brengt een portie berichten over oorlogen, moord, kindermishandeling, fraudes, roddels. Programma’s met een publieke biecht halen goede kijkcijfers.

Het lijkt gemakkelijker om het kwade aan de kaak te stellen dan om te erkennen dat het kwaad eveneens in mijzelf steekt. Er is nauwelijks een kwaad, waarvan wij mogen beweren dat wij dit zelf nooit zouden kunnen doen. De mens is zo een complex wezen, verstrengeld in zoveel knopen. Wij kunnen erfelijk belast zijn en een zwakke psychologische constitutie hebben. Zo echter het kwaad volledig door de sociale context verklaard wordt en vanuit psychologische motieven, zijn meteen alle processen overbodig. Wie doorziet echt her hart van een mens?

Zonde, een boodschap van heil?

Christen hebben hun visie op het kwaad. Door te spreken over zonde, zeggen wij dat wij verantwoordelijk zijn en dat wij verantwoordelijkheid dragen. Met de gedachte over zonde en heil, geeft het christendom de boodschap mee dat niet alles noodlot is. Het begrip zonde houdt binnen een christelijke visie in dat wij er kunnen van bevrijd worden. Wij kunnen ons beteren en ons bekeren. Het christendom heeft historisch een bres geslagen in de opvatting dat alles noodlot is. Heil, dit begrip geeft immers aan dat niet alles onherroepelijk is. Alles kan herbegonnen worden. Zonde, maar vooral de ommekeer behoort tot de basisstructuur van de bijbelse levenshouding (Leven vanuit het geloof. Katholieke Catechismus voor volwassenen, dl. 2, p. 74-91).

Jacques Fesch (1930-1957) is een Franse criminee,l die wegens een bankoverval en de moord op een agent ter dood werd veroordeeld. In het gevang heeft hij zich bekeerd. Het bisdom Parijs diende een aanvraag in voor zijn zaligverklaring. Een terechtgestelde Amerikaanse vrouw stierf in Texas als christen en heeft aan de familie van haar slachtoffers vergiffenis gevraagd. Simone Ponnet en Rita Claus, twee Vlaamse Zusters van Les Petites Soeurs de l’Evangile, een congregatie in de geest van Charles de Foucauld, stichtten samen met een Canadese zuster en een priester in 1983 het Abraham House, waar ze ex-gevangenen begeleiden en helpen bij hun integratie.

Jezus’ aanklacht tegen de zelfgenoegzame

Jezus bracht genezing, zeker de innerlijke genezing. Hij kwam niet om te veroordelen, maar om te redden. Hij sloot niemand uit, maar hij had het zeer moeilijk met de zelfgenoegzame. Hij verdroeg niet dat mensen zich hooghartig tegenover anderen opstellen en hen minachten. Hij was tegen hun indeling van zuiver en onzuiver, volmaakt en onvolmaakt. Dit ergerde hem bij de Farizeeërs. Mensen die altijd alles zo goed weten en zich onberispelijk achten, werken op de zenuwen.

Jezus maakt zijn aanklagers ervan bewust dat zij best eerst in eigen hart kijken, vooraleer over anderen te oordelen. Zijn aanklagers namen er namelijk aanstoot aan dat hij naar de door hen verachte geroepen ging en in slecht gezelschap was. Jezus begaf zich tussen zondaars omdat hij overtuigd was dat hij hen kon helpen. Het was zijn zending het Rijk Gods voor elkeen open te stellen.

De eerste verzen uit het evangelie van vandaag zijn veelzeggend. Zij vatten Jezus doen en handelen samen. Vooraleer parabels te vertellen over vergeving, ging zijn eigen doen er aan vooraf. “Telkens kwamen tollenaars en zondaars van allerlei slag bij Jezus om naar hem te luisteren. De Farizeeën en Schriftgeleerden morden daarover en zegden; Die man ontvangt zondaars en eet met hen” (Lc. 15,1-23).

Me laten bekeren

Wij spreken anders over mensen wanneer we dicht bij hun ellende komen. Een onderwijzer was op een dag met een leerling meegegaan naar diens moeder. Hij zag hoe eng behuisd deze mensen woonden en hoe arm ze leefden. De begaafde priester-therapeut Henri Nouwen schreef over zijn contacten met aidspatiënten. “Als we de gebeurtenissen van onze tijd interpreteren als oproep tot bekering, verandert onze kijk op de geschiedneis radicaal. Sinds een aantal van mijn vrienden aan aids zijn overleden en sinds ik het enorme netwerk van aidspatiënten en van mensen die met en voor hen werken heb leren kennen, ben ik mij gaan afvragen; waarom dit alles? Waarom veroorzaakt deze aidsepidemie de dood van duizenden mensen, jong en oud, mannen en vrouwen?” (H. Nouwen, Hier en nu, Leven in de Geest).

Barmhartigheid en vreugde

Wanneer in drie verschillende lezingen over zonde gesproken wordt, dan klinkt daarin telkens de boodschap van barmhartigheid. Mozes bad om Gods barmhartigheid voor het volk. Paulus verkondigde dat Jezus redt en bevrijdt. Jezus verkondigde vooral in de parabel van de Vader van de verloren zoon dat God op de uitkijk staat en dat hij ons tegenmoet snelt. Het hoofdpersonage in elk van de drie parabels deed telkens ongehoorde en ongewone dingen.

Het is niet verstandig de 99 dieren van de kudde alleen achter te laten om dat eentje, dat verloren was, te gaan zoeken. Was het wel nodig gans het huis om te keren om één drachme terug te vinden? De vader van de verloren zoon die naar zijn zoon toeloopt en hem omhelst, is een man uit een omgekeerde wereld. Hij leek uitzonderlijk in de ogen van hen die de parabels beluisterden. Toch mag er gevierd, wanneer het verlorene teruggevonden is. Het vijftiende hoofdstuk van Lucas is er een vol vreugde, na weliswaar pijnlijke zoektochten. Wanneer vijanden zich verzoenen, wanneer groepen elkaar terugvinden, wanneer christelijke gemeenschappen opnieuw met elkaar contact opnemen, wanneer kinderen in een familie na een jarenlange vete samen het gouden huwelijksjubileum van hun ouders vieren, dan is er telkens reden tot vreugde en dankbaarheid. “Deel in mijn vreugde” het is een refrein van dit evangelie. Laat er vreugde zijn in de kerk wanneer mensen herbeginnen en kiezen voor de weg van Jezus, wanneer ze stappen zetten tot verzoening en vergeving, wanneer ze opkomen voor rechtvaardige structuren en zich als vrijwilliger durven engageren voor anderen.

Waarom is er zo veel verzuring en staan groepen binnen de kerk zo vreemd en wreed tegenover elkaar? Zijn we dan met zoveel nukkige oudste zonen en dochters, oudste broers en zussen?

Ali, een Palestijns kind werd gedood door een verloren kogel, afgeschoten door een Israëlische soldaten. Twee klinieken weigerden dit kind op te nemen, toen het in coma lag. Toch heeft de vader van Ali toegestaan dat de organen van zijn zoon aan een orgaanbank zouden afgestaan worden, wetend dat vooral Israëli’s er gebruik zouden van maken. Er zijn veel kinderen die nood hebben aan organen, verklaarde de vader aan de pers. “Mijn zoon is dood. Moge hij in vrede rusten. Maar door zijn organen af te staan zullen anderen kunnen leven; “Dank zij deze houding leven drie Israëlisch kinderen, ondertussen al groot, met een nieuw hart, een nieuwe lever en met nieuwe longen en nieren” (LLB 17 maart 1998).

Rev. Pho Tutu en haar vader, bisschop Desmond Tutu schreven: ‘Het boek van vergeving’. Vergeven is een proces. “Vergeving is de manier om weer heel te worden.” Zij heeft het voorgesteld in Mesen bij de herdenking van honderd jaar kerstbestand. In verschillende godsdiensten zijn mensen begaan met vergeving en verzoening. Gods glorie zit in de redding en niet in de verdoemenis.