Doop van de Heer (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 477 niet laden

WELKOM

Op deze dag gedenken we de doop van Jezus. Opnieuw een openbaring: steeds weer een nieuwe kring van getuigen om hem heen. Na herders en wijzen, na Simeon en Anna in de tempel, herkennen Johannes de Doper en zijn leerlingen in Jezus de Zoon van de Levende God.
Het doopsel dat we hebben ondergaan is voor ons allen een openbaring: ook wij zijn door Christus aangeraakt om kind van God te zijn. Leven wij in dat besef? Beseffen we dat God in Christus ons nabij wil zijn? Maken we onze wereld dan ook tot een oord dat het waard is om woning voor God te zijn?

HOMILIE

De doop van de Heer is het laatste van de openbaringsfeesten van de kersttijd. Jezus is voorganger van zijn volk en gaat door het water van de Jordaan zoals ooit zijn voorganger en naamgenoot Jozua. Jozua betekent namelijk hetzelfde als Jezus: de Heer bevrijdt. De doortocht door de rivier wordt een doop, een onderdompeling. De doop is een overgang naar een nieuw bestaan, een bestaan waar het beloofde land ervaren kan worden.
Wanneer Jezus opstijgt uit het water na zijn doop, hangt er een Geest in de lucht die de wereld anders maakt. De Geest van God komt tot spreken. In de turbulentie van de wereld, krijgt deze Geest vaak niet de ruimte om het Woord van God tot ons te brengen. In de turbulentie van oorlogen en crisis klinken bommen en roepen mensen om vergelding. Het menselijk onvermogen om in deze wereld werkelijk vrede te brengen maakt ons moedeloos en machteloos. Resoluties van de VN en interventies van hulpverleners zijn niet bij machte om de bulldozer van geweld te stoppen. Niet alleen de slachtoffers raken erdoor vermorzeld, maar ook de oorlogsvoerders verliezen hun menselijkheid. Jaren van frustratie en angst van beide kanten worden botgevierd op de tegenstanders en de wereld kan weinig anders doen dan afwachten tot de storm is uitgeraasd.
Bij de doop van Jezus komt de Geest tot spreken die aan het begin van alles over de wateren zweefde. Toen God besloten had om de wereld te scheppen, bracht diezelfde Geest orde in de chaos. U weet dat het scheppingsverhaal een voortdurende reeks van scheidingen brengt: licht en donker, scheiding tussen de wateren, tussen droog land en de zee. Er ontstaat een geordende ruimte waar de schepping verder gestalte kan krijgen. Een orde waardoor uiteindelijk ook de mens de mogelijkheid en de ruimte krijgt om te leven. Wanneer de mens uit de aarde gecreëerd is, ontvangt hij van God tenslotte het Leven zelf. De Geest van het leven werd aan de mens meegegeven als levensprincipe toen God hem de levensadem in de neus blies. Deze Geest is voortdurend bij de mens en herinnert de mens aan zijn oorsprong en aan zij opdracht.
De doop is het fundamentele sacrament dat de toegangsdeur is tot de Kerk. Volgens de tekst van de Johannesbrief is het doopsel zelfs meer dan dat. Door het doopsel getuigt een mens dat er een andere ordening mogelijk is dan wat er gebruikelijk is in de wereld, een ordening die uit God voortkomt, uit zijn liefde. Toch wil de mens vaak zelf de wereld inrichten en we zien in de geschiedenis wat er dan gebeurt: het recht van de sterkste blijft een belangrijke rol spelen. Angst en wraakgevoelens zijn drijvende krachten achter mensen en hun naties.
Ook de profeet Jesaja ziet dat er chaos optreedt wanneer de Geest van God tot zwijgen wordt gebracht. Zonder de Geest van God weet de mens niet wat hem voedt en werkt de mens voor wat geen brood is. Zonder die Geest kan de mens niet reiken aan de gedachten van God. Twee werelden lijken er te bestaan: de wegen van God gaan onze wegen ver te boven. Door het doopsel worden die werelden samen gebracht. Gedoopt worden betekent herschapen worden, dat betekent het binnentreden van een nieuwe wereld waarin de ruimte gemaakt wordt voor Gods Geest.
Waar is dan die wereld waar Christus van spreekt? Waarom is die wereld dan toch niet zichtbaar? Waarom is er dan oorlog in het Heilig Land en op zoveel andere plekken waar toch zoveel mensen van goede wil wonen? Veel mensen hebben de hoop opgegeven van een wereld die door God gegeven wordt. De mens wil zelf de samenleving inrichten en vertrouwt niet op de Geest van God die de mens kan veranderen. De mens vertrouwt alleen op zichzelf en op zijn eigen krachten, maar daar wordt de wereld onrustig en oorlogszuchtig van.
Christus getuigt van een andere Geest. Hij leeft ons voor dat we in onze eigen leven, in onze eigen keuzes steeds God voor ogen moeten houden. Christus ging daarin tot het uiterste. Daarvan spreekt Johannes wanneer hij zegt dat naast de Geest en het water ook het bloed getuigenis aflegt van God. Wanneer de mens de wereld naar zijn hand wil zetten, komt er chaos en verwoesting, wanneer de mens zich verstaat als instrument van Gods liefde en gerechtigheid, komt er ruimte voor Gods vrede. Mogen wij onze doop verstaan als roeping om van die vrede getuigenis af te leggen.
Amen.